Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zorgprestatiemodel (ZPM) verworden tot ‘Zonder plasmoment’ 

Het gebrek aan indirecte tijd en herstelmomenten in het Zorgprestatiemodel (ZPM) draagt bij aan een verhoogd ziekteverzuim binnen de GGZ. Dit signaleert, Jan-Luuk de Groot programmamanager bij Stichting IZZ, op basis van de Monitor Gezond Werken. De monitor voert Stichting IZZ in samenwerking met de universiteiten Leiden en Utrecht elk jaar uit. De GGZ-professionals ervaren momenteel geen natuurlijke herstelmomenten in hun werk, wat resulteert in een voortdurend hoge mentale belasting. Dit leidt tot fysiologische ontregelingen, zoals concentratieproblemen, verstoorde slaappatronen, aanhoudende vermoeidheid, emotionele uitputting en zelfs verzuim.

Uit de monitor blijkt dat medewerkers binnen de GGZ de hoogste mate van emotionele uitputting ervaren in vergelijking met medewerkers in andere branches binnen de sector zorg en welzijn. 1 op de vijf (20.6%) psychologen/therapeuten voelt zich uitgeput. Dit percentage ligt aanzienlijk hoger in vergelijking met zorgmedewerkers die in een ziekenhuis werken, waar 1 op de tien (12.4%) zich emotioneel uitgeput voelt. Van alle branches en leeftijdscategorieën gebruiken GGZ-medewerkers jonger dan 25 het meeste psychische zorg. Onder deze groep maakte iets meer dan een kwart (27%) gebruik van psychische zorg in 2022. Ook dit percentage ligt aanzienlijk hoger in vergelijking met zorgmedewerkers die in een ziekenhuis werken, waar 13% gebruik maakt van psychische zorg. In de GGZ ervaart iets meer dan de helft (51.5%) van de medewerkers de regels en administratie als onnodige bureaucratie. In ziekenhuizen is dit percentage iets meer dan een derde (32.6%).

De Groot: ‘Sinds de invoering van het ZPM op 1 januari 2022, is de mentale druk in de GGZ toegenomen. Op de werkvloer staat het model beter bekend als “Zonder plasmoment”. Het ZPM beloont alleen directe zorgtijd, waardoor zorgorganisaties gedwongen worden de productiviteit te verhogen.’ Volgens de Groot leidt dit tot een vermindering in de behandeling van complexe gevallen, aangezien er geen ruimte meer is voor intercollegiaal overleg. ‘Het gebrek aan indirecte tijd, oftewel een mogelijkheid om collega’s te raadplegen of als jonge zorgprofessional je hart te luchten binnen het ZPM ontmoedigt overleg. Dit schaadt de kwaliteit van zorg en kennisoverdracht. De vercommercialisering (sturen op productie) van de zorg is een zorgwekkende ontwikkeling als gevolg van dit nieuwe financieringsmodel. Het herzien van het ZPM-beleid is cruciaal om de gezondheid van professionals en de kwaliteit van zorg te waarborgen. ‘

Volgens De Groot is het essentieel dat GGZ-instellingen aandacht besteden aan het tekort aan hersteltijd en zich bewust zijn van de gevolgen hiervan. ‘Uitval is uiteindelijk duurder dan reflectie-hersteltijd.’ Daarnaast moeten de tarieven van het ZPM worden verhoogd, zodat er weer ruimte ontstaat voor het inplannen van indirecte tijd. De GGZ-instellingen moeten daarin samen optrekken richting de verzekeraars.

Bron: Persbericht