Overal wachttijden
Er zijn de afgelopen decennia vele acties in gang gezet en maatregelen genomen om de wachttijden te reduceren. Dit heeft niet geholpen. Ook in het sociaal domein zijn wachttijden voor mensen die ondersteuning vragen, bijvoorbeeld in de jeugdzorg, bij begeleid en beschermd wonen en bij huishoudelijke hulp. Het Zorginstituut roept alle gemeentes en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op om invulling te geven aan de IZA-resultaatafspraak om te komen tot een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige steunpunten voor mensen met psychische problemen.
Complexe problematiek
Op dit moment wachten ongeveer 84.000 mensen op behandeling in de geestelijke gezondheidszorg, waarvan de helft al meer dan veertien weken. Dit aantal groeit. Er zijn steeds meer zorgaanbieders, maar afstemming ontbreekt om ervoor te zorgen dat mensen die hulp het hardst nodig hebben ook snel worden geholpen. Personen met complexe problematiek wachten het langst op noodzakelijke zorg. Om dit op te lossen, moet de organisatie en financiering van zorg en ondersteuning bij psychische problemen worden gewijzigd. Het Zorginstituut pleit voor meer domeinoverstijgende samenwerking. Wijma: ‘We nodigen VWS uit met ons in gesprek te gaan over de mogelijkheden van een kennisinfrastructuur voor domeinoverstijgende samenwerking.’
Ggz intramuraal
In totaal hebben zo’n 32.000 mensen een indicatie ggz B of ggz W. Uit cijfers die het Zorginstituut vorige week publiceerde over de intramurale ggz, blijkt dat urgente en actieve plaatsingen het afgelopen halfjaar wel goed gingen. Er zijn nauwelijks gevallen waarin mensen langer moesten wachten dan de Treeknorm: zes weken. Over het geheel moet zo’n 2,2 procent wachten tot er een plek beschikbaar is.
De Nederlandse ggz reageert: ‘Het lijkt mee te vallen, alleen zien we wel dat te veel mensen die wachten te lang moeten wachten, en dat gaat ons aan het hart. Bovendien wordt uit deze overzichten niet duidelijk hoeveel mensen er in het eerste, tweede of derde jaar klinisch verblijf onder de Zvw moeten wachten op een vervolgplek voor een andere kliniek of voor beschermd wonen. Dat vertroebelt de data van het Zorginstituut een beetje.’
Specialistisch aanbod
De langste wachttijden doen zich voor bij wachtenden met ‘voorkeur’. Daar zijn wachttijden van langer dan een jaar geen uitzondering. Uit de meest recente cijfers blijkt dat ruim 12.000 mensen langer dan drie maanden wachten, van wie 3405 langer dan een jaar. De Nederlandse ggz vermoedt dat het hier gaat om schaarste in het aanbod. ‘Als iemand met een ernstige persoonlijkheidsstoornis ook een eetstoornis heeft, zijn er niet veel klinieken die dit kunnen behandelen. Vaak gaat de voorkeur voor bepaald specialistisch aanbod samen met schaarste aan dat specifieke aanbod en dan heb je al snel met langere wachttijden te maken. Het betreft hier een relatief kleine doelgroep cliënten.’
Gebrek aan samenwerking
Voor passende psychische zorg en ondersteuning is het een voorwaarde dat hulpverleners binnen én buiten de zorg goed met elkaar samenwerken, zo stelt het Zorginstituut. Een groot probleem is dat hulpverleners elkaar steeds moeilijker vinden door de vele verschillende regelingen, bekostigingssystemen en het groeiend aantal zorgaanbieders. Daarom roept Zorginstituut de landelijke overheid op om met financiële maatregelen te komen die samenwerking tussen de zorgsector en het sociaal domein aanjagen. Op die manier kunnen goede lokale en regionale praktijkvoorbeelden sneller worden uitgebreid. ‘Er is mogelijk meer regelruimte nodig en dat kan vragen om aanpassingen in de wetgeving’.
Geestelijke gezondheidszorg
Jaarlijks kampen 3,4 miljoen Nederlanders met psychische problemen. Een miljoen van hen is onder behandeling bij de huisarts of in de ggz. De zorg wordt gegeven door 16.000 huisartsen en poh-ggz en 102.500 hulpverleners in de ggz. Aan ggz zorg is 4,6 miljard euro uit de Zvw en 1,7 miljard euro uit Wlz-ggz uitgegeven.
Bron: Skipr