Hierbij stond de vraag centraal: Hoe kunnen de RvdK en ggz hun samenwerking zodanig inrichten, dat het kind altijd wordt beschermd en ondersteund en er tegelijkertijd oog is voor het ouderschap en de herstelmogelijkheden daarin? Vooral als de gezinssituatie complex is.
Aan de dialoogsessie namen ongeveer 40 professionals en bestuurders deel. Doel van de sessie was inzichten verkrijgen en inspiratie opdoen en daarmee het fundament verstevigen voor de toekomst: beter samenwerken in complexe gezinssituaties.
Toewerken naar één taal, één visie
Zowel de RvdK als de ggz herkennen zich in de aangedragen knelpunten:
- We zien een kloof tussen elkaars werelden en wettelijke kaders.
- We maken te weinig gebruik van elkaars kennis en expertise.
- We komen elkaar meestal pas tegen in geëscaleerde situaties.
Beide gesprekspartners zien onder andere een oplossing in het verkleinen van de kloof.
“Door de verbinding aan te gaan en elkaars deskundigheid te benutten, werken we toe naar ‘één taal, één visie’. Zo hebben zowel de RvdK als de ggz als doel de overdracht van trauma’s binnen generaties te doorbreken. Immers, de kinderen van nu zijn de volwassenen van de toekomst. Dit vraagt om samenwerking en ook om doelgroepenbeleid. Door gezamenlijk in te zetten op preventie en gebruik te maken van elkaars kennis kan leed worden voorkomen.”
Scholing, bijvoorbeeld over het effect van psychopathologie op ouderschap en over wet- en regelgeving helpt hierbij.
Gezinsgericht samenwerken moet beter
Bij het versterken van het gezinsgericht samenwerken van de RvdK en de ggz staan volgens bestuurders en