Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Opinie | Lachen mag, lachen moet

Foto: WavebreakmediaMicro - Fotolia

Voor elke psycholoog staat het gevoelsleven van de patiënt centraal. Natuurlijk wordt ook aandacht besteed aan moeilijke omstandigheden, blijde gebeurtenissen en andere mensen. Maar vroeg of laat komt de vraag aller psychologische vragen: ‘en wat voel je daar dan bij’ of ‘en wat ging er toen door je heen’ en ‘hoe heb je dat toen ervaren’?

Opvallend bij deze typerende therapeutische interactie is dat een scala van emoties en belevingen de revue kunnen passeren: van schaamte tot schuld, van verdriet tot teleurstelling en van boosheid tot gekwetst-zijn. Zonder vooropgezette bedoeling zal de psycholoog veel aandacht besteden aan negatieve emoties; en de patiënt aanmoedigen ‘te doorleven’ of ‘te verwerken’ en ‘te accepteren’. Opvallend is ook dat, met het inzoomen op deze negatieve emoties, de sfeer in de spreekkamer zwaar en stroperig zal aanvoelen. Maar goed, daar is de psycholoog aan gewend.

Als hulpverlener zit hij daar niet om luchtig te doen, maar juist om de zwaarte van het leven bespreekbaar te maken. Tenminste, zo dacht ik een jaar of dertig geleden als traditioneel opgeleid psycholoog. Maar gelukkig kwam er een moment dat ik dacht: ‘waarom zou ik niet van mijn werk als therapeut kunnen genieten’ en ‘hoe kan het dat ik mijn lach onderdruk als ik de patiënt gewoon grappig vind’ en ‘waarom zouden we samen niet uitbundig kunnen lachen als het leven zich weer eens van zijn absurde kant toont?’

Dat was het moment dat ik de provocatieve stijl van helpen in mijn spreekkamer tot leven bracht. En na meer dan veertig jaar hulpverlenen is het die uitdagende stijl van helpen wat mij als psycholoog overeind houdt. Beter nog: het zijn vooral de patiënten die ervan profiteren en met veel geplaag, gelach en stoeierij de zwaarte van het leven van zich leren afschudden.

Ja, lachen is een ondergewaardeerde emotie in de spreekkamer van de psycholoog omdat het, ten onrechte, wordt gezien als: oppervlakkig, vermijdend en niet-recht-doend-aan-de-ernst-van-de-problematiek. Ik zie het allemaal anders: de patiënt heeft een probleem, hij is niet zijn probleem. Daarom is de conclusie simpel: de patiënt kan, als vanzelfsprekend, serieus genomen worden en tegelijkertijd zijn probleem als hilarisch grappig gezien worden. Wie dit als therapeut praktiseert, zal bij de patiënt enige verwarring teweegbrengen; en meestal net genoeg om het veranderingsproces in gang te zetten.

Onlangs nog vertelt een jongeman (31) over zijn hypochondrie, opgekomen vlak nadat hij voor het eerst vader is geworden, waarop ik lachend zeg: ‘mooi dat je er alles aan doet om gezond te blijven, want dat zul je wel nodig hebben als je er wilt zijn voor je kind’. Verbaasd reageert hij met: ‘ja, maar ik wel rustig kunnen slapen in plaats van mij druk te maken over de steken op mijn borst’. Ik begin nog harder te lachen: ‘de tijden van rustig slapen zijn voorbij, daar zal jouw kind eigenhandig voor zorgen’. Een week later vertelt de patiënt zijn ziekteobsessie opgegeven te hebben: ‘ik kan nu alleen nog maar lachen als ik denk aan mijn naderende dood; en ik snap niet hoe dat eigenlijk kan!’.

Lachen is niet oppervlakkig, lachen is niet vermijdend, lachen is niet sollen met de ernst van de problematiek. Lachen is gezond. Lachen mag, lachen moet.

J.Wijnberg
Groningen, 21 januari 2021