Toen ik ruim 30 jaar geleden afstudeerde als psycholoog was er nog geen aandacht voor de therapeutische relatie. Begrippen als ‘zelfonthulling' en ‘metacommunicatie' werden binnen de psychologie waarschijnlijk niet eens gebruikt, ik kan me daar althans niets van herinneren.
Achteraf vraag ik me af hoe ik me als twintiger door die eerste tijd heb geworsteld, met al mijn gedachten, angst voor barsten in de relatie en de enorme wens om ‘het’ goed te doen.
Als vijftiger is het beroep van psycholoog niet meer te vergelijken met hoe het destijds was; niet alleen omdat er inmiddels veel belangrijke inzichten zijn verkregen en er mooie protocollen bestaan, maar ook omdat je als behandelaar én als mens in de loop van de jaren enorm veel ervaring opdoet. Nu vind ik het net zo leuk om twintigers als zeventigplussers in behandeling te hebben, maar dat was in mijn begintijd wel anders, toen ik me onzeker kon voelen bij mensen die de leeftijd van mijn ouders of grootouders hadden.
Daarom ben ik ook zo blij met het waardevolle tweeluik over de therapeutische relatie, waarvan je het tweede deel in dit nummer kunt lezen. Ik herken er veel van mezelf in en vermoed dat dit voor veel psychologen geldt. Allerlei zaken die je als psycholoog gaandeweg over jezelf in behandelingen moet ontdekken, komen aan de orde. Denk aan het durven benoemen van gevoelens die de cliënt bij je oproept, zelfs als dat een barst in de relatie kan veroorzaken, die je daarna weer kunt lijmen. Of het belang van zelfonthulling en hoe je die kunt inzetten om de relatie te versterken. Ik paste het afgelopen week nog toe, toen een cliënte mij trots vertelde over haar twee kleinkinderen en ik haar kon verklappen dat ook ik over zes maanden oma word van een tweede kleinkind. Als collega-oma’s konden we daar samen even van genieten en bij stilstaan. Daarna voelde ze zich zichtbaar vrijer om te vertellen over haar piekergedachten. En tegelijkertijd kon ik hierdoor mijn vreugde gemakkelijker even parkeren, om contact te kunnen maken met haar problematiek.
Fouten durven maken, je bewust worden van tegenoverdracht, gebruik maken van je intuïtie en de therapeutische relatie inzetten als instrument voor de vooruitgang in therapie; deze elementen horen bij de basis van het vak, het zijn vaardigheden waar iedere psycholoog in de opleiding al volop mee te maken zou moeten krijgen. Dat is niet alleen omdat het betere behandelingen oplevert, maar ook omdat het werk daardoor nóg mooier en interessanter wordt.
Annemarie de Leng
hoofdredacteur