De NZa heeft de regels voor de geestelijke gezondheidszorg voor 2025 bekendgemaakt. Vijf belangwekkende wijzigingen op een rijtje.
Reistijd
De definitie van het begrip ‘reistijd’ wordt aangepast. Als gevolg daarvan zal tijd die een zorgverlener (in het kader van een consult) besteedt aan het reizen naar en van de patiënt en/of naaste(n) van die patiënt die buiten de locatie van de zorgaanbieder zorg ontvangt, declarabel zijn. Dat geldt vanaf 2025 bovendien ook voor patiënten die wonen op locaties van een zorgaanbieder waar enkel beschermd wonen wordt geleverd.
Verblijfsdagen
Het is vanaf 2025 ook mogelijk om een verblijfsdag te declareren als een patiënt niet aanwezig is wegens een kortdurende externe opname vanwege detox, crisis, stabilisatie of observatie. Een positieve ontwikkeling, omdat in dergelijke gevallen het bed veelal vrij moet worden gehouden, zonder daarvoor gecompenseerd te worden.
Contingency management
Een derde belangwekkende wijziging is de invoering van een toeslag voor Contingency management. Dit is een (effectief gebleken) behandelmethode bij drugsverslaving, waarbij aantoonbaar en verifieerbaar ‘gewenst’ gedrag wordt beloond met een voucher.
Intercollegiaal overleg
Een voorbeeld van een (voorgenomen) wijziging die de eindstreep niet heeft gehaald betreft het intercollegiaal overleg voor vrijgevestigden. In de praktijk blijken er verschillen van inzicht te bestaan over de voorwaarden voor het kunnen declareren daarvan. Daarom bestond aanvankelijk het voornemen de prestatiebeschrijving aan te scherpen, zodat het niet langer mogelijk zou zijn om declarabel intercollegiaal te overleggen met zorgverleners die deel uitmaken van dezelfde behan- delovereenkomst. Bij nader inzien is toch van deze wijziging afgezien, omdat de NZa inmiddels onderkent dat dergelijk overleg onder omstandigheden nodig kan zijn.
Administratieve lastenverlichting
Het lijkt er vooralsnog op dat