Seksueel grensoverschrijdend gedrag blijkt overal voor te komen, ook in de zorg. Onze analyse van 164 tuchtrechtelijke rapportages maakt inzichtelijk welke zorgverlener het risico loopt zich schuldig te maken aan dit gedrag.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) komt overal voor, ook in de zorg. Beroepsverenigingen, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en ook het Nederlands Wetboek van Strafrecht zijn er echter duidelijk over: het mag niet, het mag nooit (zie de brochure Het mag niet, het mag nooit).1 Hoewel elke zorgverlener dat weet, zijn er toch zorgverleners die zich er schuldig aan maken door bijvoorbeeld seks te hebben met een cliënt, seksueel getinte opmerkingen te maken of berichten te sturen. Dat mag niet. Ook niet als een cliënt erom vraagt of erop aanstuurt.
Waarom mag SGOG niet?
‘Wie hulp zoekt, moet kunnen rekenen op goede en veilige zorg,’ schrijft de IGJ in de eerdergenoemde brochure. SGOG maakt nooit onderdeel uit van dergelijke zorg. Als het gaat om aanranding of verkrachting is dat vanzelfsprekend. Echter, ook het aangaan van een affectieve en intieme relatie met een cliënt is niet toegestaan. De relatie tussen zorgverlener en cliënt kenmerkt zich namelijk per definitie door ongelijkwaardigheid en afhankelijkheid, waardoor cliënten niet altijd in staat zijn om juiste keuzes te maken. Verliefde zorgverleners kunnen dan ook maar beter de behandeling van hun cliënt overdragen aan een collega om daarna een zogenaamde afkoelingsperiode in acht te nemen. Dat is een periode waarin er geen contact is tussen zorgverlener en
Een heel belangrijk onderwerp, maar op dit onderzoek valt helaas best het een en ander af te dingen. Allereerst schrijven de auteurs dat er weinig onderzoek naar gedaan is en weinig over is geschreven. Dat klopt, maar behalve het artikel van Kolthof is er over precies dit onderwerp, tuchtzaken naar aanleiding van grensoverschrijdend gedrag, aanzienlijk meer geschreven dan de auteurs vermelden. Zo is er onder andere recent (2021) een uitgebreid artikel verschenen in BMJ Open van ondergetekende en Duvivier: https://bmjopen.bmj.com/content/11/10/e053401.info Het ontbreken van dit artikel en andere internationale artikelen is een belangrijke omissie, evenals het niet plaatsen van de bevindingen in internationale context en een gedegen methodologische en statistische onderbouwing. Ook de opgelegde beperking tot gegronde klachten is een gemis, daar ook juist uit ongegronde tuchtzaken (en beroepen) op dit vlak veel lering valt te halen.