Bijna een jaar geleden kreeg verpleegkundig specialist Hilgen Smit een lintje vanwege haar baanbrekende werk voor de professionalisering van haar beroep. Tegenwoordig werken verpleegkundig specialisten in de ggz op voet van gelijkheid met psychiaters en psychologen, vertelt zij, maar de acceptatie van de nieuwe beroepsgroep verliep niet zonder slag of stoot.
Je hebt lange tijd te maken gehad met scepsis. Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘Nadat ik in 2007 als een van de eersten in Nederland het masterdiploma verpleegkundig specialist in de ggz had behaald, ben ik gaan werken bij een grote ggz-instelling. Op een gegeven moment werd ik daar lid van de indicatiestaf, maar als ik voorstelde om een cliënt door een verpleegkundig specialist te laten behandelen, kreeg ik van dokters aanvankelijk vaak de reactie: jij denkt toch niet dat jullie kunnen wat ik kan. Nadat ik ridder werd, kwam ik verschillende dokters tegen die me zeiden: “nou mevrouw, ik heb diep respect voor uw doorzettingsvermogen want wij zijn lange tijd heel sceptisch geweest en hebben jullie flink tegengewerkt, maar we zouden nu absoluut niet meer zonder jullie kunnen.” Dat was wel fijn om te horen. Er is veel veranderd in 20 jaar.’
Wat doet een verpleegkundig specialist in een ggz-instelling?
‘Verpleegkundig specialisten mogen zelfstandig diagnoses stellen en voorbehouden handelingen verrichten, geneesmiddelen voorschrijven en deels psychologische behandelingen – zoals cognitieve gedragstherapie of EMDR – uitvoeren, maar zij komen het best tot hun recht als de geneeskundige en de verpleegkundige behandeling van een