We schrijven het jaar 2004. NICE, het overheidsorgaan dat in Groot-Brittannië de effectiviteit van geneeskundige behandelingen beoordeelt, heeft nieuwe richtlijnen uitgevaardigd voor de behandeling van depressie en angst. Psychologische behandelingen moeten volgens NICE de eerste keus zijn omdat ze goed werken en op lange termijn zelfs effectiever zijn dan medicatie. De nieuwe richtlijnen werden enthousiast ontvangen, vertelt Clark. ‘Als therapeuten waren we het er volstrekt mee eens en onderzoek wees uit dat ook de patiënten meer psychotherapie wilden. Toch kreeg op dat moment maar een kleine minderheid van hen ook daadwerkelijk zo’n behandeling. Het was dus hoog tijd om ons gezondheidszorgsysteem zo te veranderen dat die mogelijkheid voor veel meer patiënten beschikbaar zou komen, maar de vraag was hoe we dat moesten aanpakken, want het zou ongetwijfeld veel geld gaan kosten.’
‘Ik hoop dat er ook in Nederland belangstelling voor onze ideeën komt’
En toen hielp het toeval u een handje?
‘In de meest letterlijke zin, ja. Op een dag stond ik tijdens een conferentie in de rij voor een kop thee samen met Richard Layard, een bekende econoom. We raakten aan de praat en hij vroeg mij: “Zijn er effectieve psychologische behandelingen voor mensen met psychische problemen?” “Jazeker”, zei ik, “die zijn er en ze werken heel goed”. “Maar waarom zijn ze dan niet voor iedereen beschikbaar?”, vroeg hij. “Omdat niemand naar onze argumenten luistert”, antwoordde ik. “Hoe kan dat? Je hebt het economische argument toch zeker wel gebruikt”, vroeg hij. Ik zei: “Nee,