Stop de piekertrein

Bij veel behandelaren roept metacognitieve therapie (MCT) terughoudendheid op omdat het moeite kost om het procesmatig denken aan de man te brengen. Met de uitgave van de handleiding ‘Metacognitieve therapie voor jongeren met een piekerstoornis’ en het bijbehorende werkboek ‘Stop de piekertrein’ is dat bezwaar van tafel, en dat is een zorg minder. Op inzichtelijke wijze leggen de auteurs hierin de kern van MCT uit en werken stap voor stap het protocol door, waarbij je als lezer geen moment twijfelt over hoe je dit aan een jongere cliënt kunt uitleggen. Sterker nog, ik kon er meteen mee aan de gang in de praktijk.

Metacognitief denken en handelen kunnen kinderen vanaf 6-7-jarige leeftijd, en piekeren over gedachten komt op tussen 8 en 13 jaar. MCT is effectiever dan CGT bij gegeneraliseerde angststoornis, ook bij de behandeling van kinderen en jongeren. In MCT wordt geleerd hoe het piekerproces te reguleren, waardoor de invloed van negatieve gedachten afneemt. Het self-regulatory function model vormt hierbij het uitgangspunt en dit model biedt een overzicht van cognitieve en metacognitieve factoren. In de behandeling wordt inzicht verkregen in welke negatieve metacognities (over oncontroleerbaarheid en het gevaar van dit proces) en positieve metacognities (over voorbereiding op de toekomst) bij de cliënt een rol spelen en vervolgens worden deze aangepakt. Hiermee wordt de gedachtestroom waarmee de mens behept is beter te hanteren (er worden cijfers genoemd van 40.000 tot 60.000 gedachten per dag). Wat