Uit onderzoek blijkt dat als moeders een depressie hebben in de periode van de geboorte van hun kind (namelijk in de perinatale periode, van de 28e zwangerschapsweek tot de achtste dag na de geboorte) de kans bestaat dat dit een negatief effect heeft op psychische klachten van hun nakomelingen in de kindertijd en adolescentie. Omdat er vooralsnog weinig bekend was over de relatie tussen moeders met een depressie in de perinatale periode en psychotische ervaringen van hun kinderen is in een recente studie onderzocht of er sprake is van een associatie tussen een perinatale depressie bij de moeder en psychotische ervaringen bij kinderen in hun achttiende levensjaar jaar. Daarvoor hebben de onderzoekers gebruikgemaakt van longitudinale data uit de zogeheten Avon Longitudinal Study of Parents and Children (ALSPAC), waar in totaal 14541 zwangere vrouwen aan deelnamen. Deze vrouwen vulden tijdens hun zwangerschap – dat wil zeggen: voor en na de bevalling – een vragenlijst in over depressie. Hun kinderen op hun beurt, vulden ergens in hun achttiende levensjaar een vragenlijst in over hun psychotische ervaringen. Uiteindelijk werden voor deze studie de data van in totaal 3067 nakomelingen bekeken. Uit het onderzoek kwam een significante associatie naar voren, namelijk tussen perinatale depressieve symptomen bij de moeder en psychotische ervaringen bij hun achttienjarige nakomelingen. Ook was er bij hen sprake van een significant verband met depressie. Kortom, de kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap en vlak na de geboorte last hadden van een depressie hebben meer kans