De functie van camoufleren
Voor personen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is het vaak moeilijk om interpersoonlijke relaties te onderhouden. Om zich te kunnen navigeren in dagelijkse situaties, vertonen veel personen met ASS, gedrag dat erop is gericht om autistische trekken te verbergen of om te compenseren voor de sociale moeilijkheden. Voor sommigen zorgt dit zogeheten ‘camoufleren’ ervoor dat zij kunnen integreren in de maatschappij, maar bij anderen veroorzaakt het lijdensdruk en leidt het tot depressie en angst. Waarom mensen met ASS camouflage-strategieën toepassen blijft grotendeels onduidelijk. Je zou kunnen beargumenteren dat zij hiermee de communicatiekloof dichten met mensen zonder ASS. Japanse onderzoekers onderzochten dit bij 48 deelnemers met ASS en 137 deelnemers zonder ASS.1 Tegen de verwachtingen in bleken de deelnemers met ASS meer te camoufleren wanneer zij contact hadden met andere mensen met ASS dan bij contact met mensen zonder ASS. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat mensen met ASS meer sociaal gemotiveerd zijn voor de omgang met andere mensen met ASS, dan voor de omgang met mensen zonder ASS. Het camoufleren kan dan eerder begrepen worden als een bredere sociale gedraging om relaties met anderen te verbeteren dan als strategie om te integreren in een maatschappij met mensen zonder ASS.
Verslaving behandelen met neuromodulatie
Jaarlijks sterven er in de Verenigde Staten ongeveer 500.000 mensen aan stoornissen in het gebruik van middelen (SUDs). Hoewel hiervoor farmacologische en psychotherapeutische behandelingen worden aangeboden, zijn de terugvalpercentages hoog. Daarom wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van neuromodulatie, zoals repetitive transcranial magnetic stimulation (rTMS), transcranial direct current stimulation (tDCS) en deep brain stimulation (DBS). Middelenmisbruik wordt geassocieerd met dysfuncties in hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor zelfcontrole en het maken van beslissingen. Neuromodulatie grijpt op deze neurocircuits in. Onderzoekers van de Universiteit van Toronto deden een grote meta-analyse van studies naar neuromodulatie-therapieën bij SUDs en kwamen tot de ontdekking dat neuromodulatie effectief is in het verminderen van ‘craving’ en middelengebruik.1 De grootste effectgroottes werden gevonden bij een behandeling met rTMS. De onderzoekers denken dat neuromodulatie een veelbelovende therapie is voor SUDs, maar meer onderzoek is nodig om de therapie te optimaliseren, bijvoorbeeld studies naar de optimale duur, het benodigde aantal sessies en naar het relevante hersengebied.
Preventieve therapie biedt hoop bij depressie
Na een depressie is de kans op terugval groot en die kans wordt na elke volgende depressie groter. In de UMCG Depressiestudie is onderzocht wat mensen kwetsbaar maakt voor een terugval en hoe preventieve cognitieve therapie de kans op een volgende depressie verkleint. Daarmee hoopten de onderzoekers meer inzicht te krijgen in de werking van kwetsbaarheid en weerbaarheid. In de studie is op verschillende niveaus gekeken naar hoe mensen omgaan met emotionele informatie, namelijk: in hersenactiviteit, cognitieve functies en in denken en gevoel. In totaal namen er 107 mensen deel aan deze studie, van wie sommige hersteld waren van een eerdere depressie en anderen nooit depressief waren geweest. Deelnemers werden drie keer onderzocht: voor en na een periode van 3 maanden, – waarin sommige patiënten preventieve cognitieve therapie hadden gekregen en anderen op een wachtlijst stonden -, en nogmaals na anderhalf jaar. Onderzoekers ontdekten dat het omgaan met positieve emoties cruciaal is voor het begrijpen van kwetsbaarheid voor terugval en ook voor de werking van preventieve interventies.1 Herstelde individuen dempen na hun herstel nog steeds hun positieve emoties en gebruiken minder vaak gezonde strategieën om negatieve gedachten en gevoelens te reguleren. Op basis van hersenscans zijn aanwijzingen gevonden dat individuen die hersteld zijn van een depressie hun emoties wel effectief kunnen bijsturen, maar dat zij dat niet automatisch doen. Daarnaast werd duidelijk dat preventieve cognitieve therapie mensen helpt om positieve emoties en gedachten beter te hanteren, wat bijdraagt aan een stabiele gemoedstoestand en wat leidt tot minder symptomen van depressie.
Psychologische hulp Oekraïense vluchtelingen
De aanhoudende oorlog in Oekraïne zorgt voor een grotere psychologische hulpvraag van vluchtelingen, terwijl de capaciteit van de ggz ontoereikend is. Met steun van de EU is daarom aan de Vrije Universiteit Amsterdam het zogeheten U-RISE project opgezet. Dit project heeft als doel om wetenschappelijk onderbouwde geestelijke gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning te bieden aan ontheemde Oekraïners in Europa.1 Zij wenden zich namelijk minder gemakkelijk tot de ggz; door een gebrek aan vertrouwen, gebrekkige taalvaardigheden, financiële drempels en stigmatisering. Daarnaast is er sprake van onvoldoende kennis en te weinig professionals bij de plaatselijke ggz. Digitale hulpmiddelen bieden de mogelijkheid om de geestelijke gezondheidszorg op te schalen en om meer mensen te bereiken die psychologische ondersteuning nodig hebben. U-RISE beschikt over een Europees netwerk van Oekraïense en Russisch sprekende gz-professionals en het project heeft drie belangrijke doelstellingen: 1) het mobiliseren en versterken van een Europees netwerk van Oekraïense en Russisch sprekende gz-professionals en een betere samenwerking met NGO’s; 2) capaciteitsopbouw om mensen, gemeenschappen en/of organisaties evidence-based en face-to-face behandelingen te laten implementeren in landen als Slowakije, Polen en Roemenië; 3) het ontwikkelen van plannen voor duurzame opschaling en overdracht van deze interventies binnen de EU. Voorbeelden van aangeboden hulpmiddelen zijn een zelfhulpgids voor stressmanagement (in het Oekraïens, Russisch en Engels) en toegang tot een chat-bot die adviezen geeft op basis van evidence based interventies bij crisissituaties. Al met al hoopt men met U-RISE meer gepaste hulp te kunnen bieden aan Oekraïense vluchtelingen.