Narratieve Exposure Therapie (NET) is gericht op meervoudig getraumatiseerde patiënten met een posttraumatische stress stoornis (PTSS). Door het levensloopperspectief, waarin niet alleen de nare maar ook de positieve gebeurtenissen een plaats krijgen, is NET een waardevolle en aanspreekbare traumatherapie.
© [M] Anatoly Tiplyashin/stock.adobe.com
Het meemaken van een traumatische gebeurtenis is een ingrijpende ervaring die grote impact heeft op een individu. Tijdens het meemaken van een traumatische ervaring worden lichaam en geest door het acute gevaar in een staat van extreme arousal gebracht en maakt het individu zich op voor een flight/fight-reactie. Niet alleen lichamelijke reacties – zoals ademhaling, hartslag en spierspanning – worden hierbij geactiveerd, maar ook de door de zintuigen ingebrachte informatie verandert: de zintuigen staan op scherp en alle aandacht is gericht op de bron van het gevaar. Andere informatie is op dat moment niet relevant en vervaagt. Dit betreft vooral informatie over ‘waar was het’, ‘wanneer was het’, ‘hoe was het’, oftewel: de contextinformatie van de gebeurtenis. Bovenstaande heeft consequenties voor de opslag van herinneringen van de traumatische ervaring in het langetermijngeheugen. De arousalgerelateerde informatie, vaak zintuigelijk (zoals ruiken, horen, zien), maar ook emotioneel (bijvoorbeeld angst, woede of walging), cognitief (‘help, nu ga ik eraan’) en lichamelijk (hartkloppingen, spierspanning), wordt sterk opgeslagen in het impliciete (‘warme’) geheugen. Hierbij ontstaan zogenaamde trauma-angstnetwerken die tot lang na de traumatische gebeurtenis kunnen worden geactiveerd door triggers: herbelevingen die zich met zintuigelijke, lichamelijke, cognitieve en emotionele informatie ongewild en oncontroleerbaar opdringen bij getraumatiseerde patiënten. De