‘Kijk wat jullie bereikt hebben, wees daar trots op! Alle goeds voor de toekomst, voor jullie als gezin.’ Terwijl ik afscheid neem van het gezin en zwaaiend naar mijn auto loop, denk ik terug aan het allereerste MST-CAN-gezin, jaren geleden. Als hulpverlener blijven de eerste ‘beproevingen’ je altijd bij. Onderweg naar de polikliniek dwalen mijn gedachten af naar deze vader en zijn drie kinderen. Er schieten beelden van de behandeling voorbij: flitsen van mooie, krachtige momenten, maar ook van verdriet en wanhoop.
Ruim een half jaar voor de start van de MST-CAN-behandeling overleed de moeder van dat eerste gezin aan de gevolgen van borstkanker. Vader leunde altijd op haar en moest het toch sneller dan verwacht zonder haar doen. Hoewel vader voor zijn kinderen zijn stinkende best deed, zag hij het niet meer zitten. Hoe wij betrokken raakten? Op een dag nam vader de trein naar Zuid-Duitsland. De kinderen liet hij achter, zwervend over straat. De oudste zoon (11 jaar) heeft die dag zijn broertje en zusje onder zijn hoede genomen en ’s avonds een boterham voor hen gesmeerd. De avond erop kwam de buurvrouw een kijkje nemen. Toch fijn die sociale controle! Vader is door de politie opgespoord en ons intensieve behandelprogramma is toen met spoed gestart.
De eerste kennismaking en het huis kan ik mij nog goed herinneren: overal vuile kleren op de grond, een lege koelkast en de grote berg afval in de keuken. Ik wilde graag begrijpen waarom vader van de