Onlangs volgden we bij de RINO een workshop verandermanagement, onder begeleiding van Floortje Scheepers. Het was een mooie bijeenkomst. We hebben de kernwaarden van verandering in onderwijs geëxploreerd. Floortje legde na de verkenning uit dat voor een optimale verandering zowel inclusiviteit als diversiteit geadresseerd worden. Er is zowel gemeenschappelijkheid als contrast nodig. Gemeenschappelijkheid, anders is er geen draagvlak; contrast omdat er zonder verschil geen inspiratie is, en geen nieuwe ideeën. Veranderen verloopt vervolgens in kleine stapjes.
Nu is dit precies zoals we in gezinsgroepen verandering proberen te bewerkstelligen. Allereerst zijn er overeenkomsten nodig tussen deelnemende gezinnen – ze zitten in hetzelfde schuitje – pas dan kan herkenning en erkenning plaatsvinden. De bedoeling is dat gezinnen dat vooral bij elkaar vinden, maar het contrast met de therapeut of begeleider mag iets groter zijn. Dan doen de verschillen ertoe. Iedereen heeft weleens de ervaring gehad dat het lastig is om tot een goed idee te komen wanneer het gezelschap het met alles eens is en niemand eigen ideeën inbrengt. Het is alsof bier ‘doodslaat’, alsof alle sjeu weg is. Een probleem kan bij uitstek goed in een groep worden opgelost, doordat anderen nieuwe ideeën en oplossingen aanreiken, al dan niet vanuit eigen ervaring.
‘Zonder onderlinge verschillen is er ook geen inspiratie’
Dit roept bij mij associaties op met het werk van de Russische psycholoog Lev Vygotsky. Vygotsky stelde dat kinderen moeten worden uitgedaagd om iets nieuws te leren. Het nieuw te leren onderwerp, of de nieuwe activiteit, sluit daarvoor idealiter aan