In deze rubriek vertellen behandelaren over een bijzondere cliënt van wie zij iets geleerd hebben. In deze bijdrage vertelt Gert Jan van Hinsberg over patiënt Aisha, die vooral ook gezien wilde worden.
Het vergde weinig diagnostiek om te zien waar Aisha van 15 voor kwam. Ze was vel over been en keek met haar holle, matte ogen naar een wereld waar niets te zien leek. Aisha was al bekend met ziekenhuisopnames om bijgevoed te worden en had een behandelopname voor de eetstoornis achter de rug. Ik nam haar over van een vertrekkende collega. Aisha vocht met eten en met ouders over elke gram. Ze voelde zich niets waard en dacht dat te veranderen door af te vallen. Ze was vastgelopen op school en miste haar oudere zus, een houvast die terug naar Turkije emigreerde. In het dossier stonden naast anorexia, autisme en bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling ook paranoïde trekken met een vraagteken. Aanvankelijk liet ze, verscholen in haar ruimvallende kleding, weinig van zichzelf zien en dacht ze soms dat we afgeluisterd werden. Haar ondergewicht was al dusdanig dat het niet lukte om een ziekenhuis- en klinische behandelopname te voorkomen. Toen ze terugkwam, waren wat kilo’s de enige verandering. Ze was nu wel gemotiveerd om te komen; niet om aan te komen, maar om zich beter te voelen over zichzelf en vooral omdat ze nooit meer opgenomen wilde worden. We besloten met CBT-E (cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen) aan de slag te gaan. Ze hield keurig bij wat ze at, wat ze dacht en wat ze woog en we konden veel uitdagen. Daar bleef het bij. Ik raakte begaan met haar. Na enige tijd zette weer een daling van het gewicht in. We zagen allebei dat dit niet zo ging en bespraken dat een van haar angsten, opnieuw opgenomen worden, weer werkelijkheid dreigde te worden. Ze wilde stoppen met de CBT-E. Ik had geleerd ‘stick to the protocol’, maar als ik bij het protocol zou blijven, zou ik dit meisje kwijtraken. Haar wanhoop en angst, haar worsteling en het zo niet verder komen, raakte mij zo dat ik volschoot. Ik geloof dat ze mij tot die tijd nog nooit zo lang heeft aangekeken en ze reageerde verbaasd, vragend naar mijn tranen. Ik vertelde wat ik zo verschrikkelijk vond, maar dat ze mij – om verder te komen – toch echt moest helpen met ideeën over hoe we dat dan zouden aanpakken. Opeens kwam ze zelf met een idee. Ze wilde dat we gingen kijken naar wat en wie ze de moeite waard vond en wat ze later wilde worden. Ze begon aan een dagboek dat we samen bespraken. Nagels lakken, leuke schoolvakken, koken, praten over de toekomst, gesprekken met haar zus in Turkije en samen dingen doen met haar moeder en de enkele, overgebleven vriendinnen. Eindelijk kon het ergens over gaan en stond ze zelfs medicatie toe. Na enkele maanden waren alle diagnoses verdwenen en straalde haar ogen weer. Ook als je bijna door iemand heen kan kijken draait het erom gezien te worden.
Triest, dat ‘stick to the protocol’. Een eetstoornis gaat niet over eten, maar idd over gezien willen worden. Luister naar de patiënt en ga in op wat zíj belangrijk vindt. De patiënt is de sleutel naar de oplossing. Helaas denkt iedereen nog dat je CGT moet doen, maar houd daar eens mee op. We doen al meer dan 30 jaar hetzelfde met hetzelfde karige resultaat. Logisch!