Er is steeds meer aandacht voor mensen met autisme die kampen met een verslaving. Als autisme en verslavingsproblemen samengaan, ervaren veel hulpverleners handelingsverlegenheid. In dit artikel reiken we lezers enkele handvatten aan voor de behandeling.
Mensen met autisme hebben twee keer zoveel kans op het ontwikkelen van een verslavingsprobleem.1,2 Toch zijn de mogelijkheden voor passende behandeling en begeleiding vooralsnog beperkt. Binnen Novadic-Kentron (verslavingszorg Brabant) is nu een individuele- en groepsbehandeling ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van het (werk)boek Grip – Aan de slag met verslaving en stress bij autisme, een boek dat geschreven is voor mensen met autisme en een verslavingsprobleem.3
Er bestaat een grote samenhang tussen problematisch middelengebruik en de stress die mensen met autisme in het dagelijks leven ervaren. Voorbeelden van stressbronnen die met autisme samenhangen zijn: (sociale-)overprikkeling, lege tijd en de ervaring van een ‘leven lang anders zijn’. Middelengebruik kan voor sommige mensen met autisme een manier worden om de stress uit deze bronnen te dempen en om zich beter staande te houden in het dagelijks leven. De geïntegreerde behandeling heeft tot doel dat cliënten meer grip krijgen op zowel het middelengebruik als op de stress.
De behandeling met Grip
De behandeling zoals die beschreven wordt in Grip – Aan de slag met verslaving en stress bij autisme bestaat uit verschillende onderdelen, zoals psycho-educatie over de werking van verslaving en over de samenhang met autisme, het opmaken van een voor- en nadelenbalans, zodat cliënten meer zicht krijgen op hun motivatie voor een gedragsverandering, en enkele registratieoefeningen voor het krijgen van meer inzicht in de patronen van het middelengebruik. Kortom, in de behandeling krijgen cliënten een steeds beter beeld van ‘hoe het bij hen werkt’.
Vervolgens wordt er gezocht naar