Zorgaanbieders zijn wettelijk verplicht om goede zorg te verlenen, maar ook aan hun bedrijfsvoering, administratie en verantwoording worden steeds hogere eisen gesteld, om te voorkomen dat zorggeld op de verkeerde manier wordt besteed.
Zorgaanbieders die hun administratie niet op orde hebben, kunnen te maken krijgen met terugvorderingen door zorgfinanciers. Zo is denkbaar dat een zorgfinancier concludeert dat op basis van gebrekkige administratie niet kan worden vastgesteld dat de gedeclareerde zorg feitelijk is geleverd. Het is ook mogelijk dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) handhavend optreedt als blijkt dat de administratie niet op orde is. De NZa kan boetes opleggen en doet dat in de praktijk ook.
Wie draagt de consequenties?
Bij wantoestanden ligt het voor de hand dat de betreffende zorgaanbieder wordt beboet. Het komt ook voor dat – naast de zorgaanbieder zelf – ook de leidinggevende bestuurder van de zorgaanbieder wordt beboet. Hoe zit dat?
Uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat bestuursrechtelijke overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen én door rechtspersonen, zoals bv’s. Als een overtreding wordt begaan door een rechtspersoon kan in plaats van, of naast de rechtspersoon ook de feitelijk leidinggevende/bestuurder worden bestraft. De NZa heeft in haar eigen boetebeleid omschreven dat zij ‘waar mogelijk bestuurders, feitelijk leidinggevenden en andere natuurlijk personen aansprakelijk zal stellen die ingevolgde artikel 5.1, derde lid, van de Awb (mede) verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor een overtreding ingevolge de Wmg.’ Kortom, wanneer dat gepast is, zullen bestuurders/feitelijk leidinggevenden niet worden ontzien.
Noblesse oblige
Twee recente boetebesluiten waarin niet alleen
