Bij kindermishandeling is vaak ook de relatie tussen de ouders van het mishandelde kind verstoord. Wie heeft dan bijvoorbeeld het ouderlijk gezag en wie moet toestemming voor een ggz-behandeling van het kind geven? Het zijn slechts twee voorbeelden van de vragen waarmee een ggz- of jeugdzorgprofessional zich geconfronteerd ziet bij kindermishandeling.

Recent heeft het ministerie van VWS speciaal voor hen daarom de informatiebrochure ‘Handreiking Toestemmingsvereiste voor hulp bij kindermishandeling’ uitgebracht. Daarin wordt de actuele wetgeving op een heldere en toegankelijke manier uitgelegd. De handreiking geeft onder andere uitleg over het begrip ouderlijk gezag, de rol van het minderjarige kind in de besluitvorming en over wat hulpverleners kunnen doen in conflictsituaties. Alhoewel de brochure voornamelijk is geschreven om in situaties van kindermishandeling gebruikt te worden, kan de handreiking ook van pas komen in andere behandelsituaties met minderjarigen.

In de handreiking wordt eerst de basisregeling uitgelegd: is een kind jonger dan twaalf jaar oud dan beslissen de ouders over de behandeling; tussen de 12 en 16 jaar beslissen de ouders en de minderjarige daarover gezamenlijk; en is het kind ouder dan 16 jaar dan kan het ook zelfstandig een behandelingsovereenkomst sluiten. Aan de hand van verschillende voorbeelden en een stappenplan wordt vervolgens uitgelegd wat hulpverleners in verschillende probleemsituaties kunnen doen. In de brochure wordt ook uitgelegd wanneer een gang naar de rechter nodig is en wie daarvoor het initiatief kan nemen.

In totaal hebben