Nu de therapie is beëindigd en de laatste pil sertraline een maand geleden is ingenomen, zou alles weer bij het oude moeten zijn. Nu zou alles weer moeten werken zoals het eens deed, maar dan beter. Ik was er ook aan toe. Ik zag in gedachten alweer een jaar voorbijrazen, waarin ik schouderophalend alle oorlogsbeelden van de televisie tot me nam en vakanties consumeerde als ochtendkoffie. Nee, niet nog een jaar zonder rokjesdag, zonder lentelicht dat rondom mijn voeten speelt.
Mijn oude zelf tot leven wekken, maar dan een verbeterde versie. Dat is vast een gemakkelijke opgave, na alle therapie en gesprekken, dacht ik na de eerste week zonder medicatie. Maar gaandeweg mijn herstel merkte ik tegelijkertijd ook hoe nodig de wekelijkse sessies met mijn therapeute zijn geweest. Mijn oude vijanden komen namelijk weer op bezoek, de ouderlijke stemmen zetten me nog steeds op mijn plek; ook al wist mijn behandelaar sommige demonen de mond te snoeren met EMDR, en stelde ze me in staat om mijn jonge ik te troosten.
Ik denk aan haar, wanneer slierten van de gesprekken van een lange werkdag mij nog urenlang plagen en de algehele vermoeidheid mij in zijn greep heeft. Al het gevaar van vroeger komt weer terug. Ik weet welke stemmen het zijn en ik weet ook dat ze mij ’s nachts als een oorwurm wakker houden; niet met mooie melodieën, maar met vals gekras. Verdomme, wat verlang ik op die momenten naar de verdoving van de