Er is weinig bekend over wanneer een gebeurtenis als schokkend of traumatiserend wordt ervaren. Waarom lukt het sommige mensen niet om bepaalde gebeurtenissen goed te verwerken? Als het gaat om (levens)bedreigende gebeurtenissen is dat gemakkelijk voorstelbaar, maar soms lijken de klachten niet in verhouding te staan tot de gebeurtenis.
Vrijwel altijd zijn het bepaalde gedachten of gedachtenflarden die mensen niet kunnen loslaten, brainhooks genoemd. En het grappige is dat ik me vaak pas na een sessies-lange zoektocht herinner dat ze die brainhooks vrijwel bij de eerste kennismaking al hadden genoemd, ik herkende ze alleen niet als zodanig. Dat gebeurde ook in de EMDR-behandeling van Jane, een wat stijve, keurige schooljuffrouw van in de vijftig met PTSS-klachten. Volgens de verwijzing had ze een blijvende beschadiging in haar nek. Ze komt theatraal zuchtend en steunend binnen en draait met haar schouders, alsof ze meteen aandacht wil voor haar lichamelijke klachten. Ze vertelt dat een leerling van haar school een rugbybal tegen haar hoofd heeft getrapt. ‘Per ongeluk’, voegt ze er vrijwel direct aan toe. ‘Die arme jongen, gelukkig weet hij niet dat ik er blijvende schade aan heb overgehouden. Dan zou hij zich zo schuldig voelen.’ Ze worstelt vooral met het feit dat ze die ochtend tegen een groepje voetballende jongens had gezegd dat het niet was toegestaan om op school met een bal te trappen. Ik zie het deze betuttelende schooljuf zo doen. Meteen daarna had de jongen de bal tegen haar hoofd getrapt.
Ik