Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Dat doet ze anders nooit’

Fotografe: Aleid Denier van der Gon
Fotografe: Aleid Denier van der Gon

Kan ik mijn werk wel goed doen als ik zelf niet goed in mijn vel zit? Dat vraag ik mij de laatste tijd nogal eens af. Vooral in het contact met patiënten houdt dat me bezig. En het antwoord: ja en nee. Ja, omdat ik een groot deel van de tijd geen last heb van de nare gevoelens en gewoon functioneer zoals altijd. En bovendien, ook als ik me niet goed voel, kan ik behoorlijk goed doen alsof en vaar ik op routine en professionaliteit. En nee, omdat ik door mijn zorgen soms verdrietig ben, of slecht slaap en de volgende dag prikkelbaar ben. Ik ben dan ongeduldiger met patiënten. Zoals laatst, toen een patiënt in een goed lopende behandeling een keer de afgesproken oefeningen thuis niet gedaan had. Waar ik normaal gesproken meer begrip heb (of softer ben) wanneer het niet gelukt is – omdat kinderen ziek waren, de huiswerkpapieren op onverklaarbare wijze verdwenen zijn, opgegeten door de hond, of iemand zich helemaal niet kan herinneren dat er huiswerk was gegeven – ben ik nu geïrriteerd. Ik hoor mezelf een weinig therapeutische preek afsteken over het belang van huiswerk en de verantwoordelijkheid van de patiënt. De patiënt kijkt een beetje geschrokken, wat op zich misschien wel goed is, maar een beetje verward kijkt hij ook en ik zie hem denken: ‘Dat doet ze anders nooit.’

Ook moeilijke patiënten trek ik dan minder goed. Begrijp me goed, ik vind het nooit leuk als patiënten boos op me zijn, en heb er dan heus mijn eigen ongenuanceerde gedachten bij. Maar ik kan het wel handelen, een eigen fout erkennen, of het begrijpen vanuit hun patronen als het daar aan ligt en dat vervolgens bespreken. Maar nu moet ik mij bedwingen om niet iets kinderachtigs terug te zeggen. Ook ben ik sneller geraakt of ontroerd. Ik vind het moeilijker om patiënten verdrietig te zien, maar ook lieve dingen ontroeren me sneller. Zo voel ik soms de tranen in mijn ogen springen als een patiënt iets liefdevols zegt over een dierbare, of bij het afscheid nemen bij het afsluiten van een behandeling. Sensitieve patiënten zullen het merken. En is dat erg? Ik denk het niet. Bij echte uitglijders zal ik natuurlijk iets zeggen, maar melden dat ik een mindere dag hebt, draagt denk ik niks bij. Dat roept alleen maar vragen en fantasieën op over wat er aan de hand zou kunnen zijn. Ik herzie dan ook mijn mening. Kan ik mijn werk nog goed doen als ik niet goed in mijn vel zit? Ja, voldoende! Op baaldagen zoek ik gewoon in de pauze een fijne collega op, whatsapp even met mijn vriend of een vriendin en doe wat ik kan.

Mijn broer is ernstig ziek. Ik ga nu naar hem toe, samen thee drinken.