Dit boek geeft artsen (in opleiding), praktijkondersteuners en verpleegkundigen, apothekers, paramedici, ggz-medewerkers en andere zorgprofessionals een praktisch en actueel overzicht van de leefstijlgeneeskunde: wat is het, wat werkt, en hoe kan ik dat inzetten in mijn praktijk?

Tot voor kort werd leefstijl vooral gezien als een preventiemiddel, maar steeds vaker worden voeding, beweging, ontspanning, slaap, sociale contacten en zingeving ook succesvol ingezet bij de behandeling van chronische aandoeningen. Vooraanstaande hoogleraren presenteren evidence en goede praktijkvoorbeelden.

In twaalf mooie gesprekken met ervaringsdeskundigen bespreekt de auteur belangrijke thema’s als zingeving, kwetsbaarheid, liefde, levenskracht en moed. In de reflecties toont de auteur de etsen van Rembrandt en deelt hij het gedachtengoed van een man die hem mateloos heeft geïnspireerd, Henri Jozef Machiel Nouwen (1932-1996). Het boek past goed in deze tijd, waarin vragen over zorg, zingeving en waardigheid steeds relevanter zijn geworden.

Hoe ziet je leven eruit als je een relatieverslaafde co-dependent bent, hoe deal je met je trauma’s? In een bundel geïllustreerde columns deelt schrijver Denise Hagmeijer een jaar van haar leven met codependentie, relatieverslaving, complex trauma en haar omgang met narcisme en beschrijft ze de stappen in haar persoonlijke herstel. Net als Denise wordt de lezer heen en weer geslingerd tussen schaterlach en wanhoop. Denise leert, probeert en baant zich al duikelend een weg naar een beter leven.

Psychotherapeut Remco van der Wijngaart beschrijft in dit boek van A tot Z hoe de techniek van Imaginaire rescripting (IR) kan worden ingezet in zowel kortdurende therapie als bij de intensieve behandeling van persoonlijkheidsstoornissen. Bij imaginaire rescripting wordt de herinnering aan een traumatische gebeurtenis uit het geheugen opgehaald, om deze vervolgens via de verbeelding in een meer gewenste richting te sturen. Uit meta-analytisch onderzoek blijkt dat dit tot goede therapeutische resultaten leidt. Na een wetenschappelijke verantwoording van imaginaire rescripting, beschrijft de auteur achtereenvolgens hoe imaginaire rescripting kan worden toegepast in de diagnostische fase, het begin van de therapie (de therapeut herschrijft), het eind van de therapie (de cliënt herschrijft zelf); hoe imaginaire rescripting toekomstgericht kan worden ingezet en hoe de techniek kan worden gebruikt bij verslavingsproblematiek, nachtmerries en flashforwards. Ook bespreekt de auteur de toepassing van de meer specialistische vorm van Imaginaire rescripting, positieve imaginatie. In het laatste hoofdstuk bespreekt hij valkuilen voor therapeuten en hij sluit af met zes handige richtlijnen voor het toepassen van imaginaire rescripting. De schrijfstijl van Van der Wijngaart is helder, maar soms iets te uitgesponnen. Uit het boek spreekt liefde voor het vak, de cliënten en een oprechte intentie om vakkennis met collega’s te delen. Ook voor therapeuten die enige drempelvrees ervaren bij de inzet van imaginaire rescripting kan de handleiding een bemoedigend steuntje in de rug zijn, want aan de hand daarvan kan zeker positieve imaginatie laagdrempelig worden toegepast.