De adolescentie is een periode met veel veranderingen, zo ook in slaap. Bij adolescenten bouwt de slaapdruk langzamer op en is er een vertraagd slaap-waakritme, waardoor adolescenten pas later in slaap vallen. Ook bepaald gedrag dat in de adolescentie een (grotere) rol gaat spelen, zoals alcohol, cafeïne en het gebruik van sociale media heeft een invloed op slaap. Deze veranderingen kunnen leiden tot slaapproblemen en het vermoeden bestaat dat adolescenten met ADHD hier nog meer last van hebben. De verschillen tussen adolescenten (12-25 jaar) met en zonder ADHD werden onderzocht in een systematische review en meta-analyse van 13 studies die gepubliceerd zijn tussen 1980 en 2022.1 Hierin werd gevonden dat adolescenten met ADHD meer ‘verstoorde subjectieve slaapparameters’ en slaapproblemen rapporteerden dan adolescenten zonder ADHD. Hun totale slaaptijd in het weekend is korter, de tijd tussen ‘licht uit- en in slaap vallen’ is bij hen langer en de slaapefficiëntie van adolescenten met ADHD is lager. Daarnaast rapporteerden adolescenten met ADHD vaker slaperigheid overdag en ook slaapstoornissen. Slechts een klein aantal studies (n=3) heeft objectieve slaapparameters gemeten, waarbij geen verschil tussen groepen werd gevonden. Verschillen in slaaphygiëne konden niet worden onderzocht omdat daarnaar te weinig studies waren opgenomen (n=2). De auteurs concluderen dat adolescenten met ADHD vooral subjectief meer slaapproblemen ervaren dan adolescenten zonder ADHD. Verklaringen voor de gevonden verschillen zijn volgens de auteurs: een minder goede slaaphygiëne, een variabeler slaap-waakritme, het ervaren van meer druk om te presteren op school en het gebruik van stimulantia. Het advies van de auteurs is om slaap standaard uit te vragen. Ze geven aan dat meer onderzoek naar slaap nodig is, vooral naar objectieve slaapparameters en slaaphygiëne, omdat juist dit laatste te veranderen is waardoor slaap kan verbeteren.
