Samen met mijn moeder reis ik af naar de ggz bij haar in de buurt, voor een intake bij de poli Ouderen. Mijn moeder heeft het namelijk erg zwaar sinds het afgelopen jaar. Dat is erg verdrietig om te zien. We verwachten er allebei niet te veel van. Ik omdat ik zelf in de ggz werk en weet hoe vaak ik zelf mensen moet teleurstellen vanwege ellendig lange wachttijden; mijn moeder omdat ze tijdens ons ritje alweer een beetje vergeten is wat we precies gaan doen.
We komen binnen in een prachtige hal met veel licht en we worden ontvangen door een stralende hartelijke receptioniste. Zij geeft mijn moeder een welgemeend compliment over hoe mooi en jong zij er nog uitziet voor haar 88 jaren. Dat ontroert me. Mijn moeder reageert ad rem: ‘Ik heb eerlijk gezegd liever dat alles in mijn hoofd goed zit.’ We krijgen alweer wat meer hoop. We worden opgehaald door een SPV die het intakegesprek zal doen. Hij heeft die prettige traagheid die heel goed past bij de oudere medemens. Hij neemt de tijd en ik zie dat mijn moeder zich gehoord en begrepen voelt. Ik trouwens ook. Ook de regiebehandelaar heeft precies de juiste toon.
Het adviesgesprek is later telefonisch en de regiebehandelaar blijkt ook nog eens erg geduldig. Het kost wel acht keer heen en weer bellen voordat we alle drie met onze telefoons in hetzelfde telefoongesprek zitten, dat is namelijk een hele uitdaging voor iemand met een geheugenstoornis. Ze kan vrijwel meteen hulp krijgen, wat een opluchting.
Het was voor mij een goede ervaring om eens aan de andere kant van de tafel te zitten. Want al was er best wat aan te merken op de procedure, je begrepen voelen en hoop krijgen op beter worden blijkt echt het allerbelangrijkste. Dat knoop ik in mijn oren. En een hartelijke receptioniste doet ook veel goed; naast de onontbeerlijke inhoudelijke vakkennis natuurlijk, die nodig is om mensen echt goed te helpen, waar dit nummer van GZ-psychologie ook weer bol van staat. Nu nog hopen dat het mijn moeder gaat helpen.