De belangrijkste bevindingen
- Mensen met een psychosespectrumstoornis verbeteren sterk over tijd in hun positieve symptomen, maar verbeteren slechts licht op negatieve symptomen, symptomen van depressie en desorganisatie. *
- Voor positieve symptomen en symptomen van desorganisatie zien we de sterkste verbeteringen in de eerste jaren na diagnose. Voor negatieve symptomen en depressieve symptomen zien we een stabiel patroon van weinig tot geen verbetering, ongeacht ziekteduur.
- Mensen met ernstigere positieve symptomen, een jongere leeftijd, mensen die een andere diagnose dan schizofrenie hebben gehad en, specifiek voor negatieve symptomen, mensen met ernstigere depressieve symptomen hebben een hogere potentie om symptomatisch te verbeteren over tijd.
- Er is reden tot optimisme dat verbetering van symptomen bij mensen met psychosespectrumstoornissen mogelijk blijft, ook voor mensen met een langere ziekteduur. Er is echter wel bijzondere aandacht nodig voor de verbetering van negatieve en depressieve symptomen bij deze doelgroep.
Achtergrond en onderzoeksvraag
Psychosespectrumstoornissen kenmerken zich in een combinatie van verschillende klachten, waaronder een verwrongen beeld in het denken en waarnemen, cognitieve beperkingen, verminderde motoriek, een gebrek aan interesse, initiatief en motivatie en moeite in de communicatie en uiting van emoties. Deze klachten hangen samen met problemen in andere levensdomeinen en ontwikkelen zich verschillend bij mensen in verschillende fasen van hun ziekte. Ook hangt verbetering in symptomen samen met verschillende klinische en persoonlijke kenmerken van deze doelgroep. Om hier een goed beeld van te scheppen hebben we alle studies verzameld en geanalyseerd die hebben gekeken naar langetermijnveranderingen van symptomen over tijd bij mensen met pscyhosespectrumstoornissen. We wilden hiermee de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:
- In hoeverre verbeterden mensen met pscyhosespectrumstoornissen op verschillende symptoomdomeinen tijdens verschillende fasen van hun aandoening?
- Welke factoren beïnvloedden deze veranderingen in symptomen over tijd?
Waar hebben we naar gekeken?
We hebben 82 studies geselecteerd die naar langetermijnveranderingen van minimaal één van de volgende symptoomdomeinen hebben gekeken: positieve symptomen, negatieve symptomen, desorganisatiesymptomen en depressieve symptomen. Veranderingen in deze symptoomdomeinen werden geanalyseerd in vier subgroepen op basis van ziekteduur: 1) minder dan 2 jaar; 2) 2 tot 5 jaar; 3) 5 tot 10 jaar; 4) meer dan 10 jaar. Daarnaast keken we naar verschillen in veranderingen op de korte en lange termijn en de invloed van verschillende factoren (moderatoren) die deze veranderingen hebben beïnvloed.
De resultaten
Uit onze analyses kwam naar voren dat positieve symptomen over het algemeen sterk verbeterden over tijd. Deze sterke verbetering was van toepassing voor mensen met een ziekteduur van minder dan 2 jaar, 2 tot 5 jaar en 5 tot 10 jaar. Voor mensen met een ziekteduur van meer dan 10 jaar zagen we een kleine verbetering van positieve symptomen. De grootste verbetering werd op de korte termijn gevonden. Voor negatieve symptomen vonden we een kleine verbetering over tijd. Voor zowel de subgroepen met een korte als een lange ziekteduur zagen we een kleine verbetering van negatieve symptomen. Specifiek voor mensen met een korte ziekteduur van minder dan 5 jaar werden verbeteringen vooral op de lange termijn gevonden. Voor desorganisatiesymptomen vonden we een kleine verbetering over tijd. We vonden voor de subgroep met een ziekteduur van minder dan 2 jaar een sterke verbetering over tijd, voor de subgroep met een ziekteduur tussen de 2 en 5 jaar een kleine verbetering over tijd en voor de subgroepen met een langere ziekteduur geen verbetering over tijd. Voor depressieve symptomen vonden we een kleine verbetering over tijd die voornamelijk zichtbaar was bij de subgroep met een ziekteduur tussen de 2 en 5 jaar. In alle andere subgroepen (minder dan 2 jaar, 5 tot 10 jaar en meer dan 10 jaar) vonden we geen verbetering over tijd.
Moderatoren die deze veranderingen hebben beïnvloed waren leeftijd, de diagnose schizofrenie, ernst van positieve symptomen aan het begin van de studie en ernst van depressieve symptomen aan het begin van de studie. Specifiek betekende dit dat mensen met een jongere leeftijd sterker verbeterden in positieve symptomen en negatieve symptomen, mensen met een andere diagnose dan schizofrenie sterker verbeterden in positieve symptomen en negatieve symptomen, mensen met een hogere ernst van positieve symptomen aan het begin van de studie sterker verbeterden in positieve symptomen, negatieve symptomen, desorganisatiesymptomen en depressieve symptomen en dat mensen met een hogere ernst van depressieve symptomen aan het begin van de studie sterker verbeterden in negatieve symptomen.
Conclusies en klinische implicaties
Dit onderzoek laat zien dat positieve symptomen en desorganisatiesymptomen sterk verbeteren aan het begin van de psychosespectrumstoornis. Dit bevestigt het beeld dat de eerste jaren na het begin van een stoornis een kritieke periode voor herstel is.
Daarnaast zagen we dat voor positieve symptomen, desorganisatiesymptomen en negatieve symptomen nog steeds kleine verbetering plaatsvond voor mensen die al meer dan 10 jaar ziek zijn. Dit geeft een optimistisch beeld dat verbetering van symptomen ook nog steeds mogelijk is voor mensen met een lange ziekteduur.
Het feit dat negatieve symptomen en depressieve symptomen niet sterk verbeteren, ongeacht de fase of duur van de ziekte, is wel een punt van aandacht. Zeker gezien het feit dat deze symptomen ook samenhangen met verbeteringen op andere levensdomeinen. Deze samenhang kunnen we in een later stadium van dit project scherper inzichtelijk maken.
Het blijft echter staan dat we op dit moment in de klinische praktijk nog niet de juiste middelen hebben gevonden om mensen met psychosespectrumstoornissen te helpen in verbetering van hun negatieve symptomen en depressieve symptomen. Het is belangrijk om hier op in te zetten om op de lange termijn ook betere ondersteuning te kunnen bieden aan het herstel van deze mensen in de brede zin.
Publicatie
Winter, L. de, Vermeulen, J.M., Couwenbergh, Chr. a.o. (2023) Short- and long-term changes in symptom dimensions among patients with schizophrenia spectrum disorders and different durations of illness: A meta-analysis. Journal of Psychiatric Research, 164, August 2023, 416-439. https://doi.org/10.1016/j.jpsychires.2023.06.031
Noot
Onder positieve symptomen verstaan we symptomen die denken en doen betreffen zoals wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak gedesorganiseerd gedrag en katatonie.
Negatieve symptomen duiden op het ontbreken van gedrag dat normaal wel aanwezig is, zoals weinig spreken, weinig initiatief tonen, weinig energie hebben, weinig gebaren maken, een vlakke gezichtsuitdrukking hebben of een teruggetrokken gedrag vertonen.
Bij desorganisatie van het denken kan het denkproces te snel, te langzaam of chaotisch zijn. Vaak lukt het niet om helder te denken, gaat het verband tussen gedachten verloren. Hierdoor is het nogal eens moeilijk om te begrijpen wat iemand die psychotisch is precies bedoelt. Ook kan iemand die een psychose heeft moeite hebben om anderen te begrijpen. (Bron)
Bron: kenniscentrumphrenos.nl
Er moet ook meer aandacht komen voor begeleiding bij het gebruik van anti-psychotica. Dat de gedesorganiseerde vorm langzamerhand over gaat in de paranoide vorm is een ontwikkelingsproces. De medicijnen hebben de grootste invloed op de situatie.