De toegenomen nadruk op zingeving in zorg krijgt ook kritiek, omdat er een handelingsperspectief uit spreekt en de term zingeving een zekere ‘maakbaarheid’ veronderstelt. Verder is het complex dat er aanzienlijke overlap bestaat tussen zingeving en begrippen als levensbeschouwing, religiositeit, spiritualiteit, existentiële vragen en welzijn (zie figuur 1).2 Bij levensbeschouwing gaat het om waarden die door groepen worden gedragen. Bij religieuze levensbeschouwingen staat daarbij een ‘hogere werkelijkheid’ centraal (het geloof). Voor het individu kan dat een religieuze vorm van spiritualiteit inhouden, maar spiritualiteit kan ook geheel losstaan van religie. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om verbinding met de natuur, cultuur, of om een innerlijke ontwikkeling.
Opinie | Zingeving en psychische hulpverlening
Veel cliënten willen graag dat spiritualiteit en zingeving ook in de behandeling aan bod komen. Welke kansen biedt dit en waar liggen de grenzen? Arjan Braam, voorzitter van de Akwa GGZ werkgroep Generieke Module Zingeving, werkt mee aan een kwaliteitsstandaard voor zingeving en psychische hulpverlening.
In de zorg groeit de belangstelling voor zingeving. Deze term is inmiddels haast niet meer los te zien van ‘Positieve Gezondheid’, een bredere visie op gezondheid die ervan uitgaat dat zorgdragers kunnen bijdragen aan het vermogen van mensen om zelf met de uitdagingen in het leven om te gaan, en onder eigen regie. Deze hernieuwde visie is uitgewerkt in zes dimensies, waarvan zingeving er een is.1
In de afgelopen decennia is een onderzoeksveld ontstaan waarbinnen vanuit verschillende vakdisciplines onderzoek wordt gedaan naar religiositeit en psychische stoornissen, zoals de klinische psychologie, godsdienstwetenschappen, sociologie en epidemiologie. Nu het onderzoek vordert, wijzen de onderzoeksbevindingen, reviews en meta-analyses op