Psychiater en jurist Diederik de Rooy en advocaat Joep Duijzings over 'Rechten en plichten': De vrijheid van meningsuiting en Corona en Van Wtzi naar Wtza, wat nu?
De vrijheid van meningsuiting en Corona
Wat als een familielid van een zorgverlener zich in het openbaar op een extreme manier uitlaat over de coronamaatregelen? Een juridische casus.
Twee huisartsen zaten samen in een maatschap. De echtgenoot van één van die huisartsen, een journalist en filosoof, zette een filmpje op Youtube waarin hij beweerde dat de overheid uit zou zijn op 200.000 corona-slachtoffers en zoveel mogelijk chaos. Volgens hem werd het coronavirus aangegrepen om ‘het MKB nog verder kapot te laten gaan’; om ‘van oude, dure zorgpatiënten af te komen’; en ‘om de farmaceutische industrie aan een flinke duit te helpen’. Het filmpje werd opgemerkt door een lokale krant en kwam uiteindelijk ook in de WhatsApp-groep van medewerkers van de huisartsenpraktijk terecht. Daarop verzocht haar collega om zich openlijk van het filmpje van haar echtgenoot te distantiëren, maar zij weigerde dit. Uiteindelijk escaleerde de situatie en begon de huisarts een kort geding om zijn collega de toegang tot de praktijk te ontzeggen. Een kort geding is een juridische procedure waarin aan de rechter verzocht wordt om een tijdelijke voorziening te treffen, in afwachting van een zogenaamde bodemprocedure waarin de rechter een definitief oordeel velt.
Onjuiste medische standaarden?
De eisende huisarts vond dit nodig omdat hij bang was dat zijn collega – met de weigering zich van het standpunt van haar echtgenoot te distantiëren – in haar werk ook onjuiste medische standaarden zou hanteren. De voorzieningenrechter (de rechter die in kort geding rechtspreekt) ging hier niet in mee. Allereerst