Aan de hand van gestructureerde diagnostische interviews hebben onderzoekers, onder leiding van emeritus hoogleraar psychiatrie Willem Nolen van het UMCG, alle mogelijke psychische problemen en ziektes van Vincent van Gogh getoetst op waarschijnlijkheid.
Dergelijk uitgebreid psychiatrisch onderzoek – op basis van Van Gogh’s omvangrijke correspondentie en bestaande medische informatie – is nog niet eerder gedaan. Sommige theorieën worden bevestigd, andere ontkracht.
Nieuw is dat de onderzoekers concluderen dat Vincent van Gogh, nadat hij zijn eigen linkeroor had afgesneden, waarschijnlijk tweemaal een alcoholonttrekkingsdelier heeft doorgemaakt. Het onderzoek werd 2 november 2020 gepubliceerd in het International Journal of Bipolar Disorders.
Bipolaire- stemmingsstoornis en borderline- persoonlijkheidsstoornis
Vanaf jongvolwassenheid vermeldde Van Gogh in zijn brieven diverse symptomen passend bij een – waarschijnlijk bipolaire – stemmingsstoornis in combinatie met een – waarschijnlijk borderline – persoonlijkheidsstoornis. Dit verergerde door een alcoholverslaving in combinatie met ondervoeding. Dit leidde vervolgens, in combinatie met oplopende psychosociale spanningen (onder andere een conflict met zijn vriend en collega Paul Gauguin) tot een crisis waarin hij op 23 december 1888 zijn oor afsneed.
Alcoholontrrekkingsdelieren
Een nieuwe theorie van de onderzoekers is dat Van Gogh daarna tweemaal een kortdurende psychose doormaakte, waarschijnlijk alcoholonttrekkingsdelieren omdat hij als gevolg van de ziekenhuisopname na het oorincident plotseling moest stoppen met het drinken van alcohol. Hierna verergerde zijn toestand verder en maakte hij enkele ernstige depressieve episodes door, waarvan tenminste één met psychotische kenmerken. Uiteindelijk lukte het hem niet meer blijvend te herstellen, wat waarschijnlijk leidde tot zijn zelfmoord in juli 1890.
Geen volledige zekerheid over ziektebeeld
Weten we door dit onderzoek eindelijk zeker waar Vincent van Gogh aan leed? “We denken dat we enkele eerder geopperde diagnoses met zekerheid kunnen uitsluiten en we zijn min of meer zeker over verschillende ziektes waar hij aan leed, maar absoluut zeker zullen we dat nooit weten”, zegt Nolen. “We hebben de patiënt niet zelf kunnen interviewen, wat maakt dat iedere conclusie met voorzichtigheid gesteld moet worden. En hoewel de brieven van Van Gogh veel informatie bevatten, moeten we niet uit het oog verliezen dat hij deze niet schreef voor zijn artsen, maar aan zijn broer Theo en andere familieleden en bekenden om hen te informeren, gerust te stellen, of om wat voor elkaar te krijgen. Het kan daarom zijn dat hij bepaalde zaken afzwakte of juist aandikte. Het laatste woord over het ziektebeeld van Van Gogh is dus ook met ons artikel niet gezegd”.
Lees het hele onderzoek hier >
Bron: UMCG
Gerelateerde informatie
- Van Gogh en de hoge gele noot, tijdschrift Neuropraxis, uitgave 6/2014, Piet Voskuil
- Handboek voor de behandeling van alcoholverslaving. De community reinforcement approach. Bekijk de inhoudsopgave >
- Handboek persoonlijkheidspathologie – Voor opleiding, onderzoek en klinische praktijk. Bekijk de inhoudsopgave >