Hulpverleners in de reguliere ggz krijgen steeds vaker te maken met mensen met een licht verstandelijke beperking. Veel behandelaren vragen zich af of zij voldoende zijn toegerust om deze patiënten goed te kunnen behandelen voor hun psychische klachten. In dit artikel geven we hiervoor enkele handvatten.
De afgelopen decennia zijn voor uiteenlopende psychische aandoeningen empirisch onderbouwde behandelingen (Empirically Supported Treatment; EST) ontwikkeld, met goede tot zeer goede behandeluitkomsten.1 Veel van deze ESTs bestaan uit CGT, narratieve therapie, mindfulness en oplossingsgerichte therapie. Behandelaars stuiten echter regelmatig op problemen in de toepassing van deze ESTs bij specifieke doelgroepen. Dat geldt onder andere voor patiënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) en psychische klachten. Zo horen wij – als opleiders aan de GZ-opleiding – vaak van studenten dat zij geen EST kunnen geven aan mensen met een LVB. Westra wijst erop dat veel hulpverleners vinden dat CGT niet bij deze patiëntenpopulatie kan worden toegepast.2 Zo wordt onder collega’s verondersteld dat mensen met een LVB moeilijk onderscheid kunnen maken tussen gedachten, gevoel en gedrag; waardoor zij minder zouden profiteren van CGT. Dergelijke breed gedragen veronderstellingen zorgen ervoor dat mensen met een LVB en psychische klachten geen EST krijgen en dat is jammer. Beernink wijst bijvoorbeeld op het risico dat mensen met een LVB onvoldoende effectief en efficiënt worden behandeld, en dat er bij deze patiëntengroep sprake is van onderbehandeling.3
EST bij lvb
Wij denken dat ESTs wel degelijk kunnen worden toegepast bij mensen met