Ik werk al een half jaar met een tweeling van drie die op de leeftijd van vier maanden in een pleeggezin is geplaatst vanwege huiselijk geweld. Het ging er thuis behoorlijk heftig aan toe; toen de vader zijn oudste zoon in de voortuin met een kettingzaag in tweeën probeerde te zagen, rekende de politie hem in. De jongens bleven hun moeder drie keer per week zien, omdat het plan was dat ze weer bij haar zouden gaan wonen. Na een jaar gingen ze ook weekenden bij moeder logeren en net op het moment dat ze zouden worden teruggeplaatst, kwamen ze met blauwe plekken van een logeerweekend thuis, omdat ze waren mishandeld. Het contact met de moeder werd teruggeschroefd naar drie keer per week begeleid bezoek.
In het pleeggezin zijn de jongens onhandelbaar. Ze slaan elkaar, luisteren niet, krijsen om niets en slapen slecht. We starten met EMDR-sessies waarin we hun levensverhaal nalopen met babypoppen, zodat zij hun traumatische pre-verbale herinneringen kunnen verwerken. Het effect is verbluffend. Ze slapen beter, zijn rustiger en maken sprongen in hun ontwikkeling. Ze vragen ook regelmatig of de pleegouders het verhaal van toen ze baby’s waren willen vertellen. Ze krijgen ieder een doos met dieren die al hun familieleden voorstellen om hun prille levensverhaal ook thuis te kunnen navertellen en naspelen als ze daar behoefte aan hebben. Dan hoort de moeder van de voogd dat er is besloten dat haar kinderen niet meer thuis komen wonen. Ze wordt laaiend. Tijdens