Wie deze zomer op vakantie is geweest, zal er niet bij hebben stilgestaan, maar wat zijn eigenlijk je verplichtingen als behandelaar wanneer je in het buitenland bent? Moeten we ons buiten de landsgrenzen ook aan onze beroepsnormen houden? Volgens de tuchtrechtspraak is het Nederlandse tuchtrecht wereldwijd van toepassing. Tot 2010 was de algemene opvatting dat het Nederlandse tuchtrecht niet van toepassing is op bijvoorbeeld noodhulp die verleend wordt in het buitenland. In dat jaar diende een Nederlandse vakantieganger een tuchtklacht in tegen een in zijn reisgezelschap bevindende internist. De internist had geen hulp willen verlenen aan een Nederlandse vrouw die tijdens een wandeltocht door Nepal was gevallen en haar arm had gebroken. Het tuchtcollege oordeelde dat artsen hulp moeten verlenen in noodsituaties, en dat deze verplichting wereldwijd is. In latere uitspraken werd bevestigd dat het Nederlandse tuchtrecht voor hen die eronder vallen een wereldwijde geldigheid heeft. Op het eerste gezicht lijkt dat logisch, want waarom zouden medische kwaliteitsnormen gebonden zijn aan Nederland; hebben die geen universeel karakter? En behandelaren die een eed of belofte hebben afgelegd, moeten daar toch ook buiten Nederland aan gebonden zijn? Toch zijn deze argumenten juridisch gezien allerminst logisch; een rechter oordeelt toch ook niet dat Nederlandse automobilisten zich in Engeland aan de Nederlandse verkeersregels moeten houden?
Conflicterende regels
De huidige tuchtrechtspraak gaat er ook aan voorbij dat er sprake kan zijn van conflicterende regels. In sommige landen mag je bijvoorbeeld alleen medische handelingen verrichten als je als behandelaar geregistreerd bent.
Premium
Wil je dit artikel lezen?
Al abonnee? Log dan in