Psychotherapie werd lange tijd bedreven in de beslotenheid van de therapiekamer, maar de laatste decennia dringt de vraag naar maatschappelijke verantwoording zich steeds meer op: van hulpverleners wordt kwaliteit, kostenefficiëntie en patiëntparticipatie verwacht. Met ‘Routine Outcome Monitoring’ of ‘Feedback gebaseerde Therapie’ kunnen hulpverleners de voortgang en effectiviteit van hun behandelaanbod evalueren en bevorderen. Dankzij feedback van de patiënt op de behandeling kunnen zij gedurende het behandeltraject een vinger aan de pols houden, tussentijds bijsturen en het behandelaanbod afstemmen op de noden, verwachtingen, mogelijkheden en moeilijkheden van hun patiënten. Deze afstemming verloopt doorgaans niet geruisloos. Typische uitdagingen voor de therapeut zijn: het constructief hanteren van alliantiebarsten, het doorbreken van impasses en het tijdig identificeren van dreigende drop-outs. In de praktijk blijken therapeuten dergelijke procesblokkades in de behandeling niet altijd adequaat te kunnen detecteren en tijdig te kunnen bijsturen.1 Er is steeds meer wetenschappelijke evidentie dat het systematisch, rechtstreeks bevragen van patiënten hierbij helpt. 2,3,4 De behandeling is daardoor duidelijker afgebakend, patiënten voelen zich meer betrokken en dankzij meer transparantie kunnen hulpverleners hun behandelaanbod beter afstemmen op de zorgbehoeften van de patiënten.5 Dit verhoogt de effectiviteit van de therapie en het verbetert de dosis-effect verhouding: goedlopende behandelingen worden sneller afgerond, met een gelijkblijvend resultaat; behandelingen die meer tijd vragen, kunnen langer worden volgehouden, met een beter resultaat.6,7
In Nederland is Routine Outcome Monitoring inmiddels stevig ingeburgerd, het ‘rommen’ is er zelfs een werkwoord geworden. Sinds begin dit jaar