Tekst: Johan Faber
Suïcidaal gedrag bij mensen met autisme komt veel vaker voor dan men tot voor kort dacht in de ggz. Gelukkig zijn er zijn manieren om suïcidaliteit bij deze groep effectief uit te vragen en te behandelen, zegt psychotherapeut Anne Huntjens.
Dat autisme sterk samenhangt met suïcidaliteit ligt in zeker zin voor de hand, denkt onderzoeker en psychotherapeut Anne Huntjens. Om te beginnen ondervinden mensen met autisme vaker moeilijkheden in het sociale domein. Ze worden vanwege hun autistische kenmerken misschien uitgesloten of gepest, ze hebben het gevoel nergens bij te horen, worden niet gezien of gehoord, enzovoorts. “Door die opstapeling van sociale problemen voelen ze zich soms eenzaam of geïsoleerd,” zegt Huntjens. “Daarnaast is het voor hen vaak moeilijker om uit een depressie of een sombere periode te komen. Mensen met autisme kunnen tamelijk vasthoudend en sterk gefocust denken, en zullen soms eerder geen andere uitweg zien dan de dood. Bovendien missen ze bepaalde emotionele vaardigheden. Dat maakt ze extra kwetsbaar, want suïcide heeft heel vaak te maken met emotieregulatie-problemen.”
Praktijk
De cijfers spreken voor zich. Uit een meta-analyse van Huntjens, waarvoor ze alle onderzoeken over autisme meenam, bleek dat mensen met autisme vier keer vaker dan gemiddeld suïcidale gedachten hebben, en vijf keer vaker een suïcidepoging doen. En dat is zeer waarschijnlijk nog een lage schatting, aldus Huntjens, want in de praktijk van de hulpverlening worden veel mensen die zich melden met bepaalde psychische klachten (waaronder suïcidaliteit) ten onrechte niet gediagnosticeerd met autisme, maar bijvoorbeeld met een persoonlijkheidsstoornis.
Toch ziet Huntjens nog steeds een grote ‘handelingsverlegenheid’ bij de professionele hulpverlening. “Ze weten vaak niet zo goed wat ze aan moeten met deze problematiek. In de eerste plaats is er nog steeds een groot gebrek aan kennis over de behandeling van suïcidaliteit. Daarnaast bestond en bestaat er ook bij hulpverleners vaak nog onduidelijkheid over wat autisme nu precies is. Bij suïcidale mensen met autisme koos men daarom tot voor kort vaak voor opname. Maar dat is niet bepaald een effectieve interventie.”
Hoger risico
Volgens Huntjens is er binnen de opleidingen de laatste jaren wel meer aandacht gekomen voor de specifieke psychische uitdagingen van mensen met autisme. Maar als het gaat om het herkennen van suïcidaliteit, is er nog wel het een en ander te leren. “Dat begint al met het besef dat een autistische cliënt een aanzienlijk hoger risico loopt. Verder is het bij autisme zaak om in de klinische praktijk heel zorgvuldig vragen te stellen, want alles wat je niet vraagt wordt vaak ook niet gezegd door de cliënt.”
Toch lijkt het erop dat suïcidaliteit bij autisme heel goed behandelbaar is. Huntjens promoveerde onlangs op een onderzoek naar de zogenaamde dialectische gedragstherapie, die zich richt op het verbeteren van sociale vaardigheden, emotieregulatie en het controleren van impulsiviteit. “Dat zijn allemaal uitdagingen die bij uitstek spelen bij mensen met autisme. Uit mijn onderzoek blijkt dat het een enorm effectieve behandelingsstrategie is bij deze groep cliënten. Het aantal suïcidepogingen vermindert aanzienlijk, en dat geldt ook voor gedachten aan de dood. Bovendien worden autistische mensen die met dialectische gedragstherapie zijn behandeld veel minder vaak opgenomen in het ziekenhuis, dus in dat opzicht is het ook nog eens een heel kosteneffectieve methode.”
Accepteren
Huntjens hoopt dat dialectische gedragstherapie de komende jaren breed wordt uitgerold. Tegelijkertijd moet je als therapeut of hulpverlener niet denken dat het een soort levensreddend wondermiddel is, waarschuwt ze. “Als je werkt met suïcidale mensen moet je accepteren dat ze ieder moment toch kunnen kiezen voor de dood. Daar heb je nul invloed op. Maar met een behandelmethode als dialectische gedragstherapie biedt je mensen met autisme in ieder geval de mogelijkheid om na te denken of dat echt de enige weg is.”
Autisme en suïcidaal gedrag Suïcidaal gedrag bij volwassenen met autisme komt veel vaker voor dan lange tijd werd aangenomen. Helaas is er nog steeds onvoldoende bekend over de juiste behandelstrategieën, wat leidt tot schadelijke gevolgen voor zowel patiënten als hun naasten. Daarnaast ervaren behandelaren vaak handelingsverlegenheid, frustratie en angst bij het aanpakken van deze complexe problematiek. Tijdens het congres Behandeling van suïcidaliteit bespreekt Anne Huntjens autisme en suïcidaal gedrag, met focus op effectieve strategieën voor beoordeling en behandeling. In haar sessie leer je: ✅ Risicofactoren en signalen van suïcidaliteit bij volwassenen met autisme herkennen; ✅ De problematiek omzetten in een casusconceptualisatie om gerichte behandelstappen te formuleren; ✅ Suïcidaliteit op een effectieve manier bespreekbaar te maken, omgaan met eigen angsten en krijg je praktische handvatten in de omgang met suïcidaliteit. Klik hier voor meer informatie over het congres Behandeling van suïcidaliteit op 23 mei. |
Heb je vragen over suïcide? Neem dan 24/7 gratis en anoniem contact op met 0800-0113 of chat op 113.nl