Veel vormen van psychotherapie zijn erop gericht om mensen met psychische problemen af te helpen van hun klachten. Onbegonnen werk, is de mening van Gijs Jansen. Liever wil hij zijn cliënten leren om met hun problemen te leven. De Acceptance and Commitment Therapie (ACT) is daarvoor naar zijn mening een probaat middel.
Kun je dat toelichten?
‘Ik heb ooit voor een zaal met studenten een demonstratie gegeven met een cliënt van mij die ik al een tijdje behandelde voor haar paniekaanvallen. Ik sprak met haar over haar angst. Ik deed dat weliswaar op een compassievolle manier, maar ik bleef wel zout in de wond strooien. De zaal dacht: als hij zo doorgaat wordt die vrouw nog suïcidaal. Maar het tegendeel gebeurde, want zij wist dankzij mijn behandeling dat het niet erg was om angst te voelen, zij had geleerd om ermee te leven en haar angst een plaats te geven. De prachtige heilige graal van ACT is: wat als het niet uitmaakt of je angst hebt of niet?
Weet je wat het is? Wij denken dat we klachtenvrij moeten zijn om gelukkig te kunnen zijn. Dat is er, mede door de grote nadruk op de DSM, bij ons ingestampt. Maat ik vraag mijn cliënten vaak hoeveel energie er naar hun probleem gaat en naar het gevecht dat ze voeren. De meeste cliënten zeggen dat ze 70 procent of meer van hun energie in de worsteling stoppen, dus dan kan ik me als therapeut toch beter daarop richten? Dat doe ik met ACT. Het slechte nieuws is dat hun klachten er niet door verdwijnen, het goede nieuws is dat ze er niet meer tegen hoeven vechten.’
Woedend
Dat is een bijzondere kijk op psychotherapie. Hoe heb je die ontwikkeld?
‘In 1999 kreeg ik college van Hubert De Mey, een radicaal behaviourist die alles