Een persoonlijke zoektocht naar hulp
Het percentage volwassenen met een angststoornis is in Nederland de laatste jaren gestegen van 10 naar 15 procent. En daar ben ik er hoogstwaarschijnlijk eentje van. Dat is natuurlijk niet zomaar gekomen en de angst is ook niet altijd in alle hevigheid aanwezig, maar ik heb er wel veel last van in mijn dagelijkse leven. Vermoeidheid, doemdenken, slaapproblemen, paniekaanvallen, het houdt me nogal bezig. Bovendien weet ik ook dat angstklachten na verloop van tijd vaak hardnekkiger worden, en daar zit ik al helemaal niet op te wachten. De huisarts wil me bij de POH-ggz plaatsen. Zelf vind ik dat niet zo’n goed idee omdat mijn angstklachten zijn ontstaan door de ernstige ziekte van mijn jongste zoon en ik van mening ben dat ik daar toch wat meer specialistische hulp bij nodig heb. Liever vandaag dan morgen.
Maar helaas zal ook ik naar alle waarschijnlijkheid in de rij moeten aansluiten. De afgelopen jaren zijn de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg flink toegenomen. Eind vorig jaar zaten er volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bijna 100.000 mensen in de wachtkamer van de ggz. Nogal een getal als het gaat om het recht dat mensen op passende zorg hebben en om de schrijnende situaties waar mensen als gevolg van psychisch leed in terecht kunnen komen.
Zoeken naar informatie
Volgens de informatiekaart van de Nza stijgt het aantal wachtplekken nog steeds, maar is de stijging minder groot dan in 2022. Zo’n 67,5 procent van de