Psychologen zijn net katten, heb ik eens horen zeggen. Ze draaien om elkaar heen en halen naar elkaar uit, en ze blijven individualistisch. Psychiaters zouden dan meer als honden zijn; even tegen elkaar blaffen om duidelijk te maken wie er de baas is, en dan lekker samen rondrennen in een roedel. Kortom, psychiaters vechten veel intern uit en laten vervolgens naar buiten eensgezindheid zien, terwijl wij psychologen met elkaar het gevecht aangaan en naar buiten toe geen gesloten front vormen. En die buitenwereld bestaat dan uit zorgverzekeraars, ministeries en instellingsbesturen.
Afgelopen juni was Rudolf Ponds van het NIP-bestuur bij het actualiteitenprogramma EenVandaag. Hij sprak daar over het besluit van de inmiddels afgetreden minister van VWS om niet het advies van het Capaciteitsorgaan te volgen: in plaats van de geadviseerde 1885 plaatsen zijn er maar 965 opleidingsplaatsen voor de GZ-opleiding gehonoreerd. Dat is een groot probleem. Voor masterpsychologen die onvoldoende kunnen doorstromen en voor patiënten die te weinig goed gekwalificeerde psychologen treffen, waardoor de wachtlijsten blijven oplopen. Rudolf riep de minister dan ook op om het besluit te heroverwegen. Hopelijk leidt dat uiteindelijk toch nog tot meer opleidingsplaatsen, al is het misschien pas in de volgende kabinetsperiode.
‘Psychologen vormen geen gesloten front’
Het interview met Rudolf is de uitkomst van intensief overleg dat in de eerste weken van juni is gevoerd met veldpartijen in de ggz, waaronder de Opleidingsraad. Rudolf sprak namens al die partijen, en dat gaf een goed gevoel. Misschien hoeven we als psychologen onze eigenzinnigheid niet te verliezen om steeds meer als een roedel naar buiten te treden.
Maartje Schoorl
is klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar Psychologische Beroepsopleidingen in de Geestelijke Gezondheidszorg, aan de Universiteit van Leiden.