Er is tot op heden geen consensus over de samenhang tussen schermtijd en de mentale gezondheid van kinderen. Er zijn suggesties gedaan dat schermtijd invloed heeft op slaap en fysieke activiteiten en op sociale uitwisseling, leermogelijkheden, aandacht en agressie. Het ontbreekt echter aan eenduidig bewijs uit onderzoek, vanwege tegenstrijdige uitkomsten en methodologische tekortkomingen.
Eirich e.a. deden een meta-analyse om een antwoord te vinden op de vraag ‘is er in de literatuur een associatie tussen schermtijd en internaliserende (o.a. angst, depressie) en externaliserende (o.a. agressie, adhd-symptomen) gedragsproblemen bij kinderen 12 jaar en jonger’.1
Uiteindelijk zijn er 87 studies geïncludeerd, bestaande uit 98 onafhankelijke steekproeven en 15.9425 deelnemers (gemiddeld 6 jaar, 51% man). 44% van de studies kwam uit Noord-Amerika, de rest uit andere delen van de wereld. In deze meta-analyse zijn kleine, maar significante correlaties gevonden tussen schermtijd en – zowel internaliserende als externaliserende – gedragsproblemen bij kinderen. In andere meta-analyses, gericht op o.a. taalvaardigheden en schoolprestaties, zijn soortgelijke correlaties en/of effect sizes gevonden. Voor toekomstig onderzoek is het volgens de onderzoekers van belang dat de methode en schermtijdmetingen strenger worden gehanteerd. Ook zijn ze benieuwd of andere aspecten van schermgebruik, zoals inhoud en context, samenhangen met gedragsproblemen bij kinderen.
© Arkady Chubykin/stock.adobe.com
Bron: